Stel je een houthakker voor, een grote vent in een geruite jas en met een vlijmscherpe zaag. Hij heeft een duidelijk doel: die boom moet om. In dit scenario lijkt alles in eerste oogopslag te kloppen. Het gereedschap is perfect en zijn plan is helder. De houthakker begint te zagen en te zagen en dan gebeurt het… de boom valt bovenop de houthakker. Hij was aan de verkeerde kant gaan staan. Niet omdat het doel of het middel niet deugen, maar omdat de positie ten opzichte van de situatie verkeerd gekozen is. De houthakker eindigt onder de vallende boom, ondanks zijn goede voorbereiding.
Dit beeld deed me denken aan de huidige intrede van AI en andere technische innovaties in de publieke sector. AI wordt vaak gezien als het ultieme middel: krachtig, efficiënt, slim. Maar wie alleen focust op het middel en het doel, vergeet dat succes ook afhangt van positionering. Waar in het proces wordt AI ingezet? Hoe verhoudt de technologie zich tot bestaande werkprocessen, wetgeving, en maatschappelijke verwachtingen? Wordt AI een losstaande oplossing, of is het daadwerkelijk ingebed in de bredere organisatie? Wat is het draagvlak?
Uit recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer[1] blijkt dat de overheid volop experimenteert en werkt met AI: “Overheidsorganisaties zien als grootste kans voor AI dat deze hun interne bedrijfsvoering efficiënter maakt. Zo zou AI kunnen helpen bij mogelijke personeelstekorten”. De potentie van dit krachtige stuk techniek is daarmee niet te onderschatten.
De mogelijkheden van AI zijn dus groot, maar er kleven ook aanzienlijke risico’s aan voor zowel mensen als de maatschappij, denk aan biases, privacy-schending en ondoorzichtige besluitvorming. Daarom adviseren experts om risico’s bij de ontwikkeling en inzet van AI systematisch af te wegen met een Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA).
Hoewel vrijwel alle organisaties dus AI-experimenten uitvoeren, blijft in de praktijk vaak onduidelijk of de systemen presteren zoals verwacht. Uit het rapport blijkt zelfs dat daarom zelfs regelmatig veelbelovende toepassingen voortijdig worden stopgezet. Daarnaast blijkt dat de risico’s vooraf niet genoeg zijn meegewogen. AI wordt zo te vaak geïntroduceerd als een losstaand middel, zonder voldoende aandacht voor de gevolgen, de samenhang met bestaande processen, de bredere organisatie, of de maatschappelijke en juridische context.
Het gevaar van deze AI-hype is niet dat de technologie faalt, maar dat organisaties hun positionering achterwege laten. Net als de houthakker met de scherpe zaag en een helder doel, maar aan de verkeerde kant van de boom. Zo kunnen overheden vastlopen in hun eigen innovatie als ze niet eerst vaststellen wáár en hóé AI binnen hun organisatie past.
Het IRIS-raamwerk van Vellekoop & Meesters kijkt verder dan alleen naar doel en middel bij het positioneren van innovaties binnen een organisatie. Waar men meestal geneigd is te starten vanuit een helder doel (“wat willen we bereiken?”) en vervolgens direct het middel kiezen (“welke technologie of aanpak zetten we in?”), benadrukt IRIS juist het belang van een bredere, samenhangende benadering.
Vanuit dit vertrekpunt brengt IRIS niet alleen de gewenste resultaten en benodigde middelen in kaart, maar analyseert het ook de processen, de besturing, de betrokken mensen, en de randvoorwaarden die nodig zijn voor duurzame verandering. Zo wordt bijvoorbeeld bij de inzet van AI niet alleen gekeken naar de technische mogelijkheden, maar vooral naar de inbedding in de bredere organisatie. Door deze holistische aanpak voorkomt IRIS dat innovaties als losstaande oplossingen worden toegepast en zorgt het ervoor dat ze daadwerkelijk bijdragen aan de taken en doelstellingen van de organisatie.
Bij V&M geloven we dat duurzame innovatie begint met het stellen van de juiste vragen. Niet: “Welke technologie is het slimst?” Maar: “Hoe dragen de juiste oplossingen op de juiste plek bij aan het behalen van onze doelen?” Zo voorkomen we dat we onder onze eigen boom terechtkomen en bouwen we samen aan een overheid die stevig staat, wat de toekomst ook brengt.
[1] Focus op AI bij de rijksoverheid | Rapport | Algemene Rekenkamer